Het Zomerpaleis
Het Zomerpaleis is een van de meest indrukwekkende paleizen in heel China. Gelegen op de Heuvel van het Lange Leven aan een kunstmatig aangelegd meer bestaat het uit vele paleizen, tempels, paviljoenen, bruggen, pagodes en letterlijk honderden wandelpaden in uitgestrekte tuinen. Eeuwenlang werd het door de Chinese keizer en zijn entourage gebruikt als buitenpaleis, wanneer het tijdens de zomer weer eens te heet werd in de binnenstad. Het Zomerpaleis kent de grootste en best bewaard gebleven Chinese tuin in deze stijl en het staat sinds 1998 op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Datong,
Datong dat wordt omgeven door een ruig en genadeloos landschap, biedt talloze historische bezienswaardigheden die niet gemist mogen worden tijdens een reis door China.
De stad ligt in het noorden van de provincie Shanxi, is een vreemde eend in de bijt als het aankomt op toerisme. Zo is het gelegen midden in een ecologisch rampgebied. Denk dan aan een onherbergzaam landschap waar nauwelijks nog enige vegetatie groeit, afschrikwekkende kolenmijnen en luchtvervuiling die tot de ergste ter wereld behoort. Behalve een ideale bestemming voor ramptoerisme, biedt Datong ook verrassend veel traditionele bezienswaardigheden. De eeuwenoude stadsmuren en verdedigingswerken zijn bijvoorbeeld nog grotendeels intact. Ook vind je er prachtige tempels. Daarnaast behoren de Grotten van Yungang en het Hangende Klooster, beide net iets buiten de stad, zelfs tot de bekendste bezienswaardigheden van heel China. Datong is de moeite van de zes uur durende treinreis vanaf Beijing dan ook zeker waard.
Geschiedenis
In het verre verleden stond Datong bekend als een handelsplaats op de Noordelijke Zijderoute. Het was de laatste grote stad ten zuiden van de Chinese Muur die dit deel van het land verbond met Mongolië. Door de ligging op een 1000 meter hoge bergpas was het ook strategisch belangrijk. De belangrijkste toeristische bezienswaardigheden binnen de oude stadsmuren stammen allemaal uit dit verre verleden.
De Yungang grotten
De Yungang grotten, in de stad Datong (provincie Shanxi), met haar 252 grotten en 51.000 standbeelden zijn een uitzonderlijke prestatie op het gebied van boeddhistische grottenkunst in de 5e en 6e eeuw. Tijdens de bloei van het boeddhisme begon monnik Tan Yao met het houwen van de Vijf Grotten. De standbeelden in de grotten werden in 60 jaar (460 - 525) vervaardigd. De grotten waren vroeger bekend als de Wuzhoushan grotten en bevinden zich aan de zuidelijke voet van de Wuzhou bergen, in de Shi Li riviervallei. Behalve de grotten, zijn er in het gebied ook overblijfselen van een kasteel uit de Ming dynastie.
The Hanging Monastery
Een van de mooiste bezienswaardigheden van Datong (naast de Yungang Grotten) is the Hanging Monastery (Xuankong Si Tempel), een houten tempelcomplex tegen de heilige berg Mt. Hengshan aan gelegen. Dit prachtige hoogtepunt van China is gebouwd in de periode van de Noordelijke Wei Dynastie (tussen de 4e en 6e eeuw na Christus). De Boeddhistische (met Confucianistische en Taoïstische kenmerken) tempel is tegen de bergwand aan gebouwd en ‘hangt’ op zo’n 75 meter hoogte. Binnen in het complex vind je meerdere hallen met diverse prachtige beelden.
Bouwkundige experts noemen het hangende klooster een architectonisch wonder. Het complex heeft ruim 1500 jaar de wind, kou en andere elementen van de natuur overleeft. Hoewel het lijkt alsof het klooster daadwerkelijk hangt, is het geheel op een zeer slimme wijze gebouw en wordt het complex gedragen door de onderliggende rotsen (via honderden enorme balken). Het hele complex ligt verder verscholen tegen de bergwand en is hierdoor beschermd tegen wind, sneeuw en overstromingen.